Het kerkelijk jaar - zo veel om te vieren! 🎈🎈🎈
Het kerkelijk jaar
De kerk kent vier belangrijke symbolische kleuren: de liturgische kleuren.
Heb je al gemerkt dat een priester tijdens een viering niet altijd hetzelfde gewaad draagt?
Hij draagt niet altijd dezelfde kleur.
En dat kiest hij niet zomaar!
Het gewaad van de priester past bij de kerkelijke feestdag of bij het tijdstip van de viering.
Paars is de kleur van boete, bekering en droefheid.
De kleur paars wordt ook gebruikt tijdens de voorbereiding op een groot feest, zoals Pasen en Kerstmis.
Wit is de feestkleur.
Wit verwijst naar Jezus, het Licht voor de wereld.
Groen is de 'gewone' kleur.
De kleur van gewone (zon)dagen tijdens het jaar.
Als er geen enkele andere kleur past, is groen aan de beurt.
Rood is de kleur van de Heilige Geest.
Rood wordt ook gebruikt op de feestdag van de martelaren.
En tijdens vieringen waarin Jezus' lijden centraal staat.
De kast van pastoor Dirk.
De kast van Meneer Pastoor-
Catechese over Kerkelijk Jaar
https://youtu.be/Mr2gWxqxfmw
Een kerkelijk jaar is opgebouwd uit drie periodes: de 'tijd door het jaar', de 'kerstkring' en de 'paaskring'.
De 'adventskring' begint vier zondagen voor Kerstmis (25 december).
De liturgische kleur van de advent is paars , teken van boetedoening en bekering.
Vanaf kerstdag is de kleur wit. De kerstkring wordt afgesloten met de viering van het doopsel van Christus, de eerste zondag na 6 januari.
De 'paaskring' begint, zoals de kerstkring, met een periode van voorbereiding: de vasten.
Het kleur is opnieuw paars.
De vasten tijd begint steeds op de woensdag 46 dagen voor Pasen. De vasten wordt ook de veertigdagentijd genoemd. De zondagen worden daarbij niet meegeteld.
Op de avond van Palmzondag, een week voor Pasen, wordt de "Goede Week' ingezet. Die staat volledig in het teken van het lijden en sterven van Jezus, en mondt uit in het feest van de verrijzenis. De donderdag van de Goede Week wordt Witte Donderdag genoemd.
Uitzonderlijk is de liturgische kleur hier wit omdat dan het laatste avondmaal van Jezus met zijn leerlingen herdacht wordt, en dus de instelling van de eucharistie.
Tegelijk leidt de Witte Donderdagviering ons naar de laatste dag van het leven van Jezus.
Op Goede Vrijdag wordt Jezus' lijden en dood herdacht. Samen met Stille Zaterdag en Paaszondag worden deze dagen ook het 'paastriduüm' genoemd (triduüm = drie dagen).
Het paasfeest valt steeds op de zondag na de eerste volle maan van de lente.
De week na Pasen wordt het paasoctaaf genoemd (acht dagen), die eindigt met 'beloken' Pasen ('beloken' = gesloten). Alle zondagen tot Pinksteren worden 'paaszondagen' genoemd.
Veertig dagen na Pasen vieren we de Hemelvaart van de Heer: dat is dus op een donderdag. Vijftig dagen na Pasen is het Pinksteren. Met Pinkstermaandag wordt de paaskring afgesloten. In de paastijd is de liturgische kleur wit.
Op Pinksteren en Pinkstermaandag is het rood, Rood is de kleur van de geest, maar ook voor de gedachtenis van de martelaren. Daarom wordt ook rood gebruikt op Palmzondag en Goede Vrijdag.
Alles wat buiten de kerst- of paaskring valt wordt de tijd door het jaar' genoemd. Er is dus een gedeelte tussen de kerstperiode en de paasperiode, en een tweede, langer, deel na Pinkstermaandag tot voor de eerste zondag van de advent. De laatste zondag voor de advent is het feest van Christus Koning. In de tijd door het jaar is de liturgische kleur groen, behalve als er een feest of een andere gedachtenis is.
Het is goed te bedenken dat, zoals in de Joodse traditie, een feest vaak wordt ingezet de avond vóór de eigenlijke feestdag. Zo kan bijvoorbeeld de zaterdagavond al een zondagsviering plaatshebben; of de paaswake kan gevierd worden de avond van Stille Zaterdag.
Quiz Liturgisch Jaar :
https://www.educaplay.com/game/1096662-liturgisch_jaar.html
Liturgisch jaar - spel
https://www.educaplay.com/learning-resources/c-15833-1-advent.html
Woordzoeker Advent
https://www.educaplay.com/learning-resources/865394-advent.html
Een kleurrijk jaar- impulsen
De liturgische jaarkalender - meer info
Tijdens het leven van Jezus was het reeds een Joodse gewoon te om uit de Thora voor te lezen tijdens de eredienst. Dit gebruik namen de eerste christenen over, maar als tweede lezing lazen ze voor uit de 'leer van de apostelen' (cf. Handelingen 2,42), waar bij er een speciale aandacht was voor de verhalen over en herin neringen aan Jezus' woorden en handelingen. Toen de evangelies neergeschreven werden en later de canon werd vastgelegd, wer den ook deze lezingen opgenomen in de eucharistie. Zo ontstond er doorheen de jaren een vast leesschema van de drie verschillen de lezingen in de woorddienst. Om praktische redenen worden weliswaar vaak maar twee lezingen gelezen.
Sinds het Tweede Vaticaans Concilie (1969) is een nieuwe lezingencyclus opgesteld voor de zondagen zodat nog meer ver schillende evangelieteksten in de zondagsliturgie aan bod kun nen komen. De liturgische kalender onderscheidt drie verschil lende jaren: A, B en C. Voor de onderverdeling werd gekozen om per evangelist te werken. Er wordt dus achtereenvolgens gelezen uit Matteus (A-jaren), Marcus (B-jaren) en Lucas (C-jaren). Het evangelie van Johannes wordt verspreid over de verschillende jaren gelezen en dat vooral tijdens de sterke tijden' als advent. kersttijd, vasten en paastijd.
Ook wat betreft de liederen is er een structuur voorzien in gebedsdiensten en eucharistie. Er zijn een aantal vaste gezangen (het 'ordinarium') en een aantal liederen die aangepast worden aan de lezingen (het 'proprium'). In de advent en de vasten wordt het 'Eer aan God' (een van de vaste gezangen) niet gezongen, en ook geen alleluja's. Zo krijgt iedere liturgische tijd een beetje een eigen muzikale kleur.
Advent
Het woord 'advent' en het woord 'avontuur' hebben een gemeenschappelijke wortel in het Latijnse werkwoord 'advenire". Dit betekent 'toekomen', 'gebeuren'. Het woord 'adventus' betekent 'aankomst'. Ook in andere talen (Duits 'Advent, Frans 'ovent', Italiaans 'avvento', Engels 'advent') is dezelfde stam aan wezig. In het Frans bestaat daarenboven nog het woord 'avenir "toekomst'. Dit is namelijk datgene wat, ongepland en onverwacht, naar ons toekomt vanuit een latere tijd, maar ook waar ons huidige doen en laten naar verlangt en hoopt.
De adventstijd is de voorbereidingstijd op de komst van God onder de mensen in de gestalte van Jezus, het feest dat we op kerstdag vieren. Niet toevallig gebeurt dit in de donkerste tijd van het jaar. Juist op het moment van Kerstmis zien we dat de dagen weer langer worden en het licht als het ware de duisternis overwint.
Bron : Christelijk Gezinsboek
Advent. 🕯️🕯️🕯️🕯️ Het begin van het kerkelijk jaar. Het kerkelijk of liturgisch jaar van de Rooms-Katholieke Kerk loopt niet gelijk met het kalenderjaar.
Het wordt ingedeeld in twee kringen rond de grote feestdagen van Kerstmis en Pasen.
Het kerkelijk jaar start met de kerstkring die aanvangt met de eerste zondag van de advent
gaat over Kerstmis tot aan de vierde zondag na Epifanie (Driekoningen).
Dan start de Paaskring die, naargelang van de gebruikte liturgische kalender, aanvangt met 70 dagen voor Pasen of Aswoensdag.
Deze kring eindigt 50 dagen na Pasen met Pinksteren.
De zondag daarop volgt Trinitatis (Drievuldigheidsfeest) met daarna de 27 zondagen na Trinitatis.
Deze periode wordt ook nog onderverdeeld in de zomerkring (Trinitatis en 12 zondagen erna)
en de herfstkring (van de 13e tot de 27e en laatste zondag na Trinitatis).
Daarmee is de kring van het kerkelijk jaar gesloten.
Bron: Wikipedia
Reacties
Een reactie posten